Recent kwam nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch in het nieuws met haar oproep om de bewijslast om te draaien bij personen die dure goederen bezitten zonder een duidelijk legaal inkomen. Zij stelde voor dat jongeren die met luxewagens rijden ("patserbakken"), maar geen zichtbaar legaal inkomen hebben, zouden moeten bewijzen dat deze auto's op een eerlijke manier zijn verkregen. Hoewel dit voorstel in sommige kringen als vernieuwend werd beschouwd, is het belangrijk op te merken dat een dergelijk systeem sinds jaar en dag bestaat binnen het Belgische fiscale recht: de zogenaamde "indiciaire taxatie".
Wat is indiciaire taxatie?
Indiciaire taxatie is een krachtig fiscaal instrument dat door de Belgische belastingadministratie wordt gebruikt om belastbare inkomsten te ramen wanneer er een vermoeden bestaat dat de belastingplichtige een hogere levensstandaard heeft dan wat zijn of haar aangegeven inkomen doet vermoeden. Dit mechanisme is vastgelegd in artikel 341 WIB92.
Concreet houdt indiciaire taxatie in dat de belastingadministratie de uitgaven van een belastingplichtige vergelijkt met zijn of haar aangegeven inkomsten en andere vermogensbestanddelen. Wanneer de uitgaven de inkomsten significant overtreffen, wordt dit tekort vermoed te zijn gefinancierd met belastbare inkomsten van datzelfde belastingjaar. Dit betekent dat de belastingplichtige wordt geacht inkomsten te hebben verzwegen, tenzij hij of zij het tegendeel kan bewijzen.
Toepassing en rechtspraak
Indiciaire taxatie kan worden toegepast op zowel natuurlijke personen als rechtspersonen en kan zelfs worden ingeroepen als de belastingplichtige een ogenschijnlijk sluitende boekhouding voert. De bewijslast verschuift daarbij naar de belastingplichtige, die moet aantonen dat de betreffende uitgaven niet met belastbare inkomsten zijn gedaan, bijvoorbeeld door het overleggen van bewijsstukken zoals schenkingen, leningen of andere niet-belastbare inkomsten.
Het is de belastingadministratie daarbij niet toegestaan om naar eigen goeddunken de belastbare basis van de belastingplichtige vast te stellen. Dit om het risico van willekeur te vermijden. De vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie benadrukt dat de wet de vaststelling van het bedrag van de belastbare inkomsten niet overlaat aan de loutere beoordeling van de belastingadministratie, maar dat zij laatstgenoemde verplicht om te werken op basis van vermoedens. De redenering die het verband legt tussen de feiten en elementen die dede belastingadministratie ter beschikking heeft en het onbekende feit moet met een hoge mate van zekerheid het bestaan van het onbekende feit aantonen. Loutere waarschijnlijkheid is niet voldoende. De belastingplichtige kan de kwaliteit van het door de belastingadministratie als bekend feit aangenomen feit, waarop de veronderstelling is gebaseerd, betwisten. Een bekend feit is een feit dat ofwel niet betwist wordt door de belastingplichtige, ofwel een feit waarvan het bestaan zeker is.
Belang voor de drugsbestrijding
Wat commissaris Van Wymersch voorstelt, lijkt in feite neer te komen op het gebruik van indiciaire taxatie in de strijd tegen drugsbendes. Door deze bestaande fiscale techniek toe te passen op gevallen waarin verdachten dure goederen bezitten zonder een zichtbaar legaal inkomen, kan de overheid effectief druk uitoefenen op criminelen en hun verdienmodellen. Indien de herkomst van het geld niet kan worden aangetoond, kunnen fiscale sancties volgen, wat een belangrijk instrument kan zijn in de bredere strijd tegen georganiseerde misdaad.
Conclusie
Hoewel het voorstel van commissaris Van Wymersch als nieuw en innovatief wordt gepresenteerd, maakt het reeds deel uit van het wapenarsenaal van de belastingadministratie. Indiciaire taxatie is een krachtig middel om vermoedelijke belastingontduikers aan te pakken en kan dan ook een nuttig instrument zijn in de strijd tegen (druggerelateerde) criminaliteit. Christophe Romero
Senne Verholle
Comments