top of page

Hervorming erfbelasting en schenkbelasting in Vlaanderen: kernpunten

Bijgewerkt op: 21 okt 2024

De Vlaamse regering heeft een reeks hervormingen in de erfbelasting voorgesteld die de belastingdruk voor verschillende groepen erfgenamen in Vlaanderen aanzienlijk zal verlagen. Deze wijzigingen, die stapsgewijs worden ingevoerd en pas volledig van kracht zijn in 2029, beogen vooral de belastingvrije sommen te verhogen en de tarieven te verlagen voor zowel rechtstreekse als indirecte erfgenamen. Het doel is om de erfbelasting eerlijker te maken en het economische effect ervan te verminderen.

Belangrijk om op te merken is dat Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ben Weyts stelt dat de hervorming van de erfbelasting nog niet volledig afgerond is en dat er nog tijd is om de details verder uit te werken. De hervorming zou wel stapsgewijs van kracht gaan vanaf 2026, waarbij de volledige implementatie tegen 2029 wordt verwacht. Hieronder kan u reeds vinden wat nu op tafel ligt.

Gezin die praat over de hervorming erfbelasting in Vlaanderen
Hervorming erfbelasting in Vlaanderen: verhoging van belastingvrije sommen en verlaagde tarieven

Een van de belangrijkste aanstaande wijzigingen in de Vlaamse erfbelasting is de introductie van een belastingvrije voet (de zogenaamde voetvrijstelling) van 50.000 euro voor kinderen en mogelijks andere ascendenten in de rechte lijn die een erfenis ontvangen. Momenteel betalen kinderen nog 3% erfbelasting op de volledige eerste schijf van 50.000 euro. Anders dan de langstlevende partner genieten kinderen momenteel geen voetvrijstelling van 50.0000 euro voor de roerende goederen.

Kort samengevat huidige tarieven:

  • 3% tot 50.000 EUR

  • 9% tussen 50.000,01 en 250.000 EUR

  • 27 op alle bedragen boven 250.000,01 EUR

Kort samengevat nieuwe tarieven:

  • 0% tot 50.000 EUR

  • 3% tussen 50.000,01 en 150.000 EUR

  • 9% tussen 150.000,01 en 250.000 EUR

  • 27% op alle bedragen boven 250.000,01 EUR

Ook voor de langstlevende partner is er een verbetering in aantocht: de voetvrijstelling voor roerende goederen wordt verhoogd van 50.000 naar 150.000 euro. Deze aanpassing geldt in combinatie met de reeds bestaande vrijstelling op de gezinswoning, waardoor de financiële last van de erfbelasting voor partners verder wordt verlicht.

Aanpassing van de tarieven voor broers, zussen en anderen

Er wordt ook een aanpassing doorgevoerd aan de tarieven voor erfenissen die worden nagelaten aan broers, zussen en niet-verwante personen. Het huidige tarief van 25% op de schijf tot 35.000 euro wordt voortaan toegepast op bedragen tot 75.000 euro, wat een aanzienlijke verbetering betekent voor deze groepen.

Daarnaast wordt het 30%-tarief voor broers en zussen pas toegepast vanaf 75.000 euro in plaats van 35.000 euro. Voor niet-verwante personen, zoals vrienden, schuift het hoge tarief van 45% op naar de schijf van 75.000 tot 150.000 euro, in plaats van vanaf 35.000 euro.

Betere regeling voor alleenstaanden

Een van de grootste kritiekpunten op de huidige regeling was dat alleenstaanden zonder erfgenamen in rechte lijn niets ‘op voordelige wijze’ konden nalaten aan welbepaalde personen met wie hij een bijzondere affectieve relatie had (maar die geen ‘partner’ waren). De tarieven voor niet-verwante personen zijn immers zeer hoog (tot 55% vanaf 75.000 EUR). De Vlaamse regering heeft met haar hervorming dan ook oog gehad voor deze alleenstaanden zonder erfgenamen in de rechte lijn. Zij kunnen in de toekomst één of meer personen, met wie ze een affectieve band hebben, bevoordelen met een fiscaal gunstiger tarief. De regering werkt aan een regeling waarbij deze erfenissen worden belast volgens tarieven die dichter liggen bij die van rechtstreekse erfgenamen. Hierbij wordt gedacht aan een vrijstelling van maximaal 50.000 euro.

Strengere regels rond familiale vennootschappen

Naast de verlagingen van de erfbelasting wil de Vlaamse regering ook bepaalde fiscale ‘achterpoortjes’ sluiten. Zo zal het gunstregime voor schenkingen van aandelen van familiale vennootschappen worden verstrengd. Onroerend goed dat binnen de vennootschap niet voor economische doeleinden wordt gebruikt, maar (eigenlijk veeleer) voor bewoning is bestemd, zal worden uitgesloten van het gunstregime in de schenk- en erfbelasting.

Momenteel kunnen familiale vennootschappen die naast het verrichten van ‘échte’ economische activiteiten ook in privaat vastgoed beleggen immers ingevolge hogere rechtspraak toch integraal kwalificeren voor het voornoemd gunstregime. Dat zal na de beoogde wijziging dus vermoedelijk leiden tot een vorm van proratering van de voor het gunstregime kwalificerende en niet-kwalificerende waarden binnen de vennootschap. De verwachting is dat dit allesbehalve een evidente oefening zal zijn en mogelijks aanleiding zal geven tot aanzienlijke praktische problemen.

De verdachte periode wordt verlengd

Verder worden schenkingen via bank- en handgiften ontmoedigd. Als een schenking niet geregistreerd wordt en de schenker overlijdt binnen drie jaar, kan de fiscus alsnog erfbelasting heffen. Deze termijn zal nu verlengd worden naar vijf jaar. Deze maatregel zou de burger ontmoedigen om onderhandse schenkingstechnieken te gebruiken waarbij er geen schenkbelasting kan worden geïnd.

Uit bepaalde berichtgeving menen we te kunnen afleiden dat deze termijnen mogelijks reeds voor alle schenkingen vanaf 1 januari 2025 zullen worden verlengd. Dit biedt opportuniteiten om vóór 1 januari 2025 nog aan successieplanning te doen met toepassing van de oude driejaarstermijn. Daarvoor dient de datum van de schenking uiteraard te kunnen worden bewezen, wat het belang aantoont om er een ‘semi-vaste datum’ aan te geven.

Naast de verdachte periode voor onderhandse schenkingen is de verwachting dat ook de verdachte periode inzake levensverzekeringen zal verlengd worden tot vijf jaar. Hetzelfde geldt voor de onderzoeksbevoegdheid van de fiscus om bankonderzoeken te verrichten naar gegevens tot drie jaar vóór het overlijden en het bijzondere bewijsmiddel van de fiscus om uit ‘akten van eigendom’ daterende van uiterlijk drie jaar vóór het overlijden een vermoeden van eigendom (en dus belastbare activa) af te leiden. Ook deze driejaarstermijnen zouden nu allen worden gelijkgeschakeld op vijf jaar.

Vergelijking met Wallonië

Hoewel de aanstaande hervormingen van de tarieven en de voetvrijstellingen erfgenamen weldra duizenden euro's aan erfbelasting kunnen uitsparen, zijn ze minder verregaand dan deze in het Waalse Gewest. Vanaf 2028 halveert de Waalse regering bijna alle tarieven, waardoor erfgenamen daar nog meer voordeel genieten. In het Vlaamse Gewest worden de aanpassingen echter eerder gezien als een correctie op de belastingschijven die al decennia niet meer zijn aangepast aan de inflatie.

Merk wel op dat de verdachte periode in het Waalse Gewest al langer werd verlengd tot vijf jaar, waardoor het Vlaamse Gewest op dat vlak nu ook op gelijke voet komt.

Conclusie

De geplande hervormingen in de Vlaamse erfbelasting markeren een belangrijke stap richting een eerlijkere fiscaliteit bij een overlijden. Hoewel de volledige invoering gestaag zal worden uitgerold in de komende jaren zal plaatsvinden, biedt deze hervorming vooral verlichting voor kleinere en middelgrote erfenissen, partners, kinderen, en niet-verwante (testamentaire) erfgenamen. Tegelijkertijd zet de regering in op het sluiten van fiscale achterpoortjes, zoals bij familiale vennootschappen en het ontmoedigen van niet-geregistreerde schenkingen met een verlengde verdachte periode. De relatieve hoge Vlaamse erfbelasting blijft echter een onderwerp van discussie, zeker in vergelijking met de Waalse hervormingen die verder gaan.


Heeft u nood aan een fiscaal advocaat? Boek dan geheel vrijblijvend via onderstaande knop een afspraak.





Christophe Romero Senne Verholle

Comments


CONTACT

Aeacus Lawyers staat tot uw dienst voor al uw juridische vragen. U kan met ons geheel vrijblijvend contact opnemen via het onderstaande e-mailadres of door het onderstaande formulier in te vullen. Wij komen zo spoedig mogelijk bij u terug. 

bottom of page